Anders georganiseerd
Bij het toezicht op de Wmo ligt de nadruk op de kwaliteit van zorg en het zorgplan. De criteria hiervoor zijn een stuk abstracter dan in de kinderopvang, vertelt Ottens. ‘Het personeel moet bijvoorbeeld deskundig zijn, maar de wet omschrijft niet wat dat precies inhoudt.’ Het zijn de gemeenten die daarin hun eigen keuzes mogen maken, binnen het Wmo-kwaliteitskader. Terwijl de kinderopvang landelijk verplicht onder GGD-toezicht staat, is dat bij de Wmo niet het geval. Dat maakt deze sector lastiger te beoordelen. In Drenthe houden we maar in twee gemeenten toezicht op de Wmo.’ In de GGD-regio’s is het toezicht verschillend samengesteld, afhankelijk van de lokale situatie en de vraag. De regio’s met grote gemeenten hebben voor de Wmo vaak een aparte toezichthouder.
Positief opgepakt
GGD’en hebben tot taak om kwetsbare inwoners, zoals kinderen, te beschermen en de publieke gezondheid en veiligheid van inwoners te bevorderen. Op welke momenten merken de twee dat ook echt in hun dagelijkse praktijk als toezichthouder? Ottens vertelt over een kinderopvangorganisatie waar ze het pedagogisch beleid afkeurde, omdat het zo onrustig en rommelig op de groep was, met constant drukke kinderen. ‘Dat vind ik pijnlijk, want de pedagogische praktijk is voor de kinderopvang toch een hoofdtaak. Maar de volgende keer dat ik langs kwam, bleek dat ze het heel positief hadden opgepakt. De rust was terug en de houder was juist blij met het rapport.’ Haar collega heeft dezelfde ervaring. ‘Als je iets afkeurt is er aanvankelijk veel weerstand, maar later zeggen mijn gesprekspartners bijna altijd: je had gelijk. Ik zeg altijd: zie het als een leermoment.’
Maar ook in andere sectoren maken toezichthouders het verschil. Zo was het lange tijd moeilijk om de TT-campings te doordringen van de noodzaak om het risico op legionella aan te pakken. Buigholt stak er veel energie in. Toen een legionella-melding gelinkt werd aan een TT-camping, maakte dat de ondernemers al wat ontvankelijker. ‘Het jaar daarop hoefde ik veel minder uit te leggen over de noodzaak van beheersmaatregelen en een risicoanalyse’, vertelt Buigholt. Of neem de jaarlijkse Zuidlaardermarkt, waar ze twee keer per dag controleert. ‘De vorige keer constateerde ik ‘s ochtends dat het juiste schoonmaakmateriaal voor de toiletten ontbrak. Nadat mijn overleg met de coördinator was het ‘s middags alweer opgelost.’